Blog
Het woordje MAAR
Snelle, begaafde denkers zijn niet altijd even gemakkelijk in ‘flow’ te brengen. Opgebouwde overtuigingen staan regelmatig het ‘doen’ in de weg. Je bewust zijn wat je PRECIES zegt tegen je leerling kan een wereld van verschil maken.
Stel: je leerling speelt een muziekstuk en je vindt dat er wel wat meer dynamiek in mag klinken. Je geeft aanwijzingen wat de leerling kan doen om dit te verbeteren. De tweede keer speelt je leerling het inderdaad met veel meer dynamische expressie.
Maar… je leerling speelt wel erg vals. Wat zeg jij dan?
A. Ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter MAAR het was erg vals…
B. Ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter EN het was vals!
C. Het was vals, MAAR ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter!
Optie A zeggen we vaak. Toch is dit niet de handigste manier, want het woordje MAAR wordt in ons hoofd als een 'nee' gezien. Het woordje maar is een koppelwoord tussen twee zinsdelen en zet als het ware een streep door het eerste deel en legt alle aandacht op het tweede deel.
Het compliment, dat de dynamische verschillen al goed hoorbaar waren, wordt meteen overstemd door het tweede deel van de feedback, namelijk dat het vals was. En juist dat laatste stukje onthouden we!
Het is natuurlijk menselijk om te beginnen met het positieve bericht, omdat je een goede indruk wilt maken. Je bereikt er in dit geval echter precies het tegenovergestelde mee.
Er is ook een andere manier om zinsdelen te koppelen, namelijk door het woord EN te gebruiken zoals in optie B:
"Ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter. EN het was vals!"
Het gevoel dat je nu krijgt is waarschijnlijk een stuk beter. Het verbindende woordje 'en' sluit het eerste zinsdeel namelijk óók in.
Toch hoef je het woordje MAAR niet helemaal in de ban te doen. Het gaat erom dat je je bewust bent van de effecten van het woord.
Als je de zin namelijk omdraait: “Het was vals, MAAR ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter!” leg je met ‘maar’ de focus juist op het positieve bericht.
En dát is het bericht dat je over wilt brengen!
